Dat vindt de Tweede Kamer, die een motie van SP-Kamerlid Beckerman aannam. De motie kreeg onverwacht steun van de VVD, die bij alle voorgaande voorstellen tegen was. En dat noemt het CDA weer opportunistisch, omdat de VVD een maand voor de verkiezingen "plots" voor stemt. Een fijn bericht uiteraard voor de huurders; hun huren worden niet verhoogd. Maar vooral een meevaller voor het Rijk; zij hoeven veel minder huurtoeslag uit te keren dan verwacht. Deze onverwachte ontwikkeling laat maar weer eens zien hoe onbetrouwbaar de overheid en met name de politiek is. In onze risicomatrix wordt dit al aangeduid als een van de grootste risicofactoren voor de corporaties bij de uitvoering van de volkshuisvestingsplannen. Het is een risico waarop we helaas weinig invloed hebben.
De gevolgen kunnen echter aanzienlijk zijn:
- Huurders met een redelijk inkomen (zon-der huurtoeslag) profiteren omdat de huur niet wordt verhoogd.
- Huurders met een bescheiden inkomen profiteren minder. Een huurverhoging zou voor hen deels worden gecompenseerd door huurtoeslag.
- De voorgenomen huurverlaging voor woningen met een relatief ongunstige prijs/kwaliteit-verhouding gaat niet door (wel de wettelijke verlaging per 1 mei)
- Corporaties ontvangen minder inkomsten en hebben minder geld voor bijvoorbeeld verduurzaming van woningen. Verlaging van energielasten gaat daardoor niet door. Huurders blijven letterlijk en figuurlijk in de kou.
Consequenties
Het vervallen van de huurverhoging van 1,4% kost Woontij jaarlijks structureel circa € 224.000,-. Dat beperkt onze investeringsruimte met circa € 5,6 miljoen. Er kunnen ongeveer 32 woningen minder worden gebouwd. De eenmalige huurverlaging per 1 mei kost ook al 14 nieuwe woningen. Onze woningbouwplannen voor de komende jaren komen nog niet direct in gevaar, maar de ruimte voor bijvoorbeeld de gewenste verduurzaming smelt als sneeuw voor de zon.